Ook ongehoord onrecht in de afhandeling van het Kinderpardon
Vele kinderen die tussen de 10 en 16 jaar in Nederland wonen, alsnog bedreigd met uitzetting
De Utrechtse organisaties STIL en Huize Agnes bieden steun aan zeventien gezinnen die zijn afgewezen voor de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen (beter bekend als het ‘kinderpardon’). Voor hen klinken de conclusies die asieladvocaten trekken uit hun onderzoek ‘Ongehoord. Onrecht in het vreemdelingenrecht’, heel bekend in de oren. De organisaties kennen 34 kinderen die slachtoffer zijn van zulk ongehoord onrecht.
“Heel restrictieve wetgeving, zeer inflexibele toepassing van wetgeving en geen oog voor menselijke maat”, zo omschreven asieladvocaten maandag in de media de dagelijkse praktijk van het vreemdelingenrecht in Nederland. Ze maakten dit duidelijk met 48 voorbeelden die ze bundelden in een ‘zwartboek’. Hun conclusies zijn volgens STIL en Huize Agnes volledig toepasbaar op de Afsluitingsregeling ‘kinderpardon’ en de uitvoering daarvan. De kinderen die wij kennen wonen allen tussen de zes en zestien jaar in Nederland, twaalf van hen langer dan tien jaar, veertien kinderen zijn hier zelfs geboren. Toch vallen ze buiten de boot, terwijl de regeling bedoeld was om een oplossing te bieden voor langdurig in Nederland verblijvende kinderen.
Onterecht afgewezen
Als belangrijkste reden om deze kinderen af te wijzen, geeft de IND dat de gezinnen te lang ‘buiten beeld’ waren. Ze zouden ‘in een te vergaande mate zijn verdwenen in de illegaliteit’. Feit is echter dat deze kinderen continu in beeld waren bij de overheid. Zo gaan alle kinderen naar school, waardoor ze in beeld zijn bij de leerplichtambtenaar en dus ook bij het ministerie van onderwijs. Ook zijn vrijwel alle gezinnen bij de lokale overheid gemeld. Fractievoorzitter Rachel Streefland van de ChistenUnie (coalitiepartij in Utrecht), kan dit bevestigen.
Vier gezinnen krijgen zelfs al jarenlang opvang en begeleiding bij Huize Agnes, een opvanghuis dat gefinancierd wordt door de gemeente Utrecht, die weer een vergoeding ontvangt van het Rijk. Deze gezinnen zijn binnen drie maanden na het verlaten van het AZC hier opgevangen en gemeld bij de gemeente. De gemeente betaalde hen maandelijks leefgeld en declareerde dit bedrag rechtstreeks bij de IND. Daarmee waren ze in beeld bij zowel de lokale overheid als het Rijk. Streefland: “De conclusie van de IND klopt gewoon niet. Deze kinderen waren niet uit beeld”.
Ongelijke behandeling
Analyse van de dossiers die positief en negatief zijn beoordeeld door de IND laat zien dat er sprake is van een kunstmatig onderscheid tussen twee groepen kinderen. De kinderen waarvan de ouders al eerder een aanvraag hebben ingediend, maken veel meer kans op een verblijfsvergunning dan de groep die dat niet deed. De ouders die geen aanvraag indienden, deden dat omdat IND en advocaten hen destijds afraadden om een aanvraag te doen volgens de toen geldende regeling omdat dat vrijwel kansloos was (98% werd afgewezen). Nu blijken mensen die eerder toch zo’n kansloze aanvraag deden, enorm in het voordeel. Terwijl de andere kinderen evengoed langdurig in Nederland verblijven. Dit is in onze ogen onterecht.
Doel van de regeling niet bereikt
Duidelijk is dat het doel van de regeling, een oplossing te vinden voor hier langdurig verblijvende kinderen, niet is bereikt. Er is in onze ogen te restrictief, inflexibel en zonder oog voor de menselijke maat, geoordeeld. Er is uitgegaan van een papieren werkelijkheid. Hiermee onderschrijven wij dan ook de boodschap van de asieladvocaten.
De zaken van deze zeventien gezinnen komen de komende periode voor bij de rechtbanken (in beroep). Maar, zoals de asieladvocaten ook zeggen, die beoordelen meestal ‘heel terughoudend’. Dit kan in het ergste geval ‘verwoestende gevolgen’ hebben, zeggen de advocaten naar aanleiding van hun zwartboek.
Staatsbelang weegt zwaarder dan schade kinderen
Deze conclusie onderschrijven wij in het geval van deze kinderen. In de 'Schadenota bij uitzetting van langdurig verblijvende kinderen’ Scherder, van Os en Zijlstra (2018) concluderen deskundigen dat uitzetting zal leiden tot trauma en ontwikkelingsschade. Om de gevolgen voor deze specifieke kinderen in kaart te brengen, hebben STIL en Huize Agnes bij diverse gezinnen een individueel onderzoek laten doen door de Rijksuniversiteit Groningen (Best Interest of Child-onderzoek). Ook deze onderzoeken bewijzen dat uitzetting naar het land van herkomst schadelijk zou zijn. Hoewel de IND aangeeft deze onderzoeksresultaten te erkennen, meent ze dat het staatsbelang zwaarder weegt dan het individueel belang van deze kinderen.
Lees meer:
Persbericht: Ook ongehoord onrecht in de afhandeling van het Kinderpardon